Pedagogische basisdoelen
Bieden van emotionele veiligheid
- Zorgen voor een positieve, ontspannen groepssfeer
- Voorspelbaarheid in dagritme
- Duidelijk en consequent zijn in wat wel en niet mag.
- Goed kijken en luisteren naar een kind.
- Inspelen op de emoties van een kind, maar ook ruimte geven om eigen emoties te ontdekken.
- Er zijn voor een kind.
- Zorgen voor een goede samenwerking met de ouders/verzorgers.
Gelegenheden bieden voor het ontwikkelen van persoonlijke competentie:
- Verschillende activiteiten doen, waarmee de cognitieve, motorische, sociale en emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd.
- Goed kijken waar het kind behoefte aan heeft.
- Over de dag afwisseling bieden tussen vrij spel en sturing in spel.
- Kind begeleiden met handen op de rug. Motiveren om dingen zelf te doen of zelf een oplossing te bedenken.
- Zorgen dat tijdens groepsmomenten elk kind aan bod komt.
- Kind positief benaderen, succeservaringen vieren en leren om trots op zichzelf te zijn.
Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van sociale competentie:
- Interactie stimuleren door aanbieden van vrij spel en gezamenlijke activiteiten.
- Begeleiden van een kind bij conflicten en zelf de ruimte geven om tot een oplossing te komen. De kinderen leren om rekening te houden met elkaars gevoelens.
- Gevoelens van een kind serieus nemen en erkennen. Helpen van eigen gevoelens onder woorden te brengen.
- Gewenst gedrag complimenteren.
- Bij ongewenst gedrag aangeven/voordoen wat wel gewenst is.
Overdracht van normen en waarden:
- Gedragsregels en omgangsvormen duidelijk, waarbij respect voor elkaars eigenheid steeds het uitgangspunt is.
- Uitleggen waarom regels en omgangsregels er zijn.
- Erop toezien dat regels, afspraken en omgangsvormen worden nageleefd.
- Stimuleren in positieve zin, maar ook ingrijpen bij onwenselijke situaties.
- Ongewenst gedrag ombuigen naar gewenst gedrag.
Kernwaarden
Veilige hechting:
- Doe wat je zegt en zeg wat je doet.
- Luister en kijk naar de signalen van het kind.
- Vast dagritme, zodat de kinderen weten wat er verwacht wordt.
- Gewenst gedrag complimenteren.
- Ongewenst gedrag negeren en voordoen/vertellen wat wel gewenst is.
- Succes ervaringen laten ervaren.
Oog voor het eigenheid van een kind:
- Een kind mag zichzelf zijn
- Gevoelens mogen er zijn.
- Kind ruimte geven om zoveel mogelijk zelf te doen en zelf te ontdekken.
- Met een kind praten in plaats van tegen een kind.
Talent ontwikkeling:
- Kinderen veel ervaringen op laten doen. Hierdoor breiden kennis en vaardigheden uit.
- Zorgen dat de basis goed is om verder te kunnen ontwikkelen op latere leeftijd.
- Veilige hechting.
- Zelfregulatie: emoties erkennen en er naar kunnen handelen.